Blog

Ik hoef het niet meer te kunnen

Ik hoef het niet meer te kunnen

Tja, daar zat ik dan. In de 50 en met de diagnose ASS als verklaring voor de burn-out. Dat was even slikken. Ineens werd duidelijk waarom ik vaker was vastgelopen in werk. Bij autisme horen immers wat aandachtspunten, waaraan ik steeds voorbij ging. Met alle gevolgen van dien. En nu? Want inmiddels was ik ook ontslagen, in afwachting van psycho-educatie. Dus noodgedwongen op zoek naar ander werk. Via het UWV kwam ik in een re-integratietraject terecht bij ChangeCreators.

Welkom!

Dat voelde ik mij. Ik kwam overigens behoorlijk kritisch binnen. Was zelf immers nog niet echt bekomen van het feit dat ik op mijn leeftijd ineens een autist was en op zoek naar wat dat betekende. Daarom wilde ik goed geholpen worden bij mijn re-integratie naar werk. Dat snap je toch zeker wel. Het vinden van ander werk voelde als een grote operatie voor mij. Als autist doe ik niets half, ook dit moest goed aangepakt worden. Want ja, door alle jaren heen had ik immers trucjes ontwikkeld om mijzelf staande te houden op de werkvloer. Dat dacht ik dan, dat ik het redde maar ja, het was al een aantal keren jammerlijk mislukt. Omdat ik mij niet bewust was van mijn autisme bleef ik volhouden en vond van mijzelf dat ik dat gewoon(!) moest kunnen. Werken en zijn zoals anderen. Ik wil immers niet anders zijn, ook al voel ik mij dat vaak wel. Leg daardoor de lat vaak te hoog voor mijzelf en ben voortdurend aan het overcompenseren. Probeer onbewust het gewenst gedrag te kopiëren door te kijken en luisteren naar collega’s, hoe gedragen zij zich. Altijd op zoek naar kaders en duidelijkheid om grip te krijgen op de chaos. Doodvermoeiend.

Wat nu?

Dat moest anders. Dat was duidelijk. Ik wilde van ChangeCreators graag weten wat er wél zou werken. Anders zou ik mijzelf wederom tegenkomen, ook in ander werk, en opnieuw in dezelfde valkuilen stappen als voorheen met het risico dat ik dan weer net zo hard zou vastlopen. Omdat ik jaren had gewerkt op grote afstand van mijzelf, gingen we eerst terug naar de basis. Samen met de adviseur die mij begeleidde op zoek naar ‘wie ben ik?’, ‘wat kan ik?’ en ‘wat wil ik?’. Eigenlijk kwam daar niet heel veel verrassends uit. Zat ik qua werkrichting al best goed met wat ik eerder deed en bleek het voor mij meer zaak aandacht te gaan besteden aan de context, de omgevingsfactoren. Het creëren van de juiste voorwaarden, zodat ik beter in balans ben én blijf op het werk, wat nu eenmaal veel energie vraagt vanwege het autisme. Dat is iets dat niet gaat veranderen.   

Met die wetenschap gingen we op zoek naar een plek waar ik een werkritme kon opbouwen. Met de betrokken begeleiding van mijn adviseur ging dat goed. Natuurlijk waren er ups en downs maar de conclusie dat ik in mijn eigen vakgebied kan blijven, werd bevestigd. Gelukkig kreeg ik op die manier ook de kans om te ervaren dat ik nog steeds van toegevoegde waarde ben, mét “beperking” en al. Sterker nog, juist dankzij mijn “beperking” heb ik iets extra te bieden. Ik ben loyaal en gedisciplineerd. Omdat ik net wat anders denk, kom ik met andere oplossingen. Verder heb ik oog voor detail en een grote toewijding. Wel zo prettig. 

Gelukt!

Inmiddels ben ik aan de slag in een betaalde baan, met dank aan de begeleiding van ChangeCreators. Het is super dat ik nu een werkgever heb die anders kijkt en die mijn talenten waardeert. Die in staat is mij de ruimte te geven en mij niet afrekent op het feit dat ik wat extra nodig heb om goed te functioneren. 

Mijn recept voor succes

Wat ik heb ervaren in mijn re-integratietraject bij ChangeCreators is dat het zelf accepteren dat ik autist ben, dat het is zoals het is, mij rust geeft. Dat label geeft mij letterlijk een andere kijk op mijzelf. Ik hoef minder streng te zijn naar mijzelf. Ben mij nu bewuster van mijzelf en van mijn valkuilen in het werk. Met die wetenschap probeer ik beter passende keuzes te maken op werkgebied. Door zaken anders in te richten dan dat ik deed, vergroot ik de kans dat ik het volhoud zonder opnieuw vast te lopen. Dat is een prettige gedachte. Het belangrijkste is dat ik mij er steeds meer bewust van ben geworden dat ik niet meer de persoon hoef te zijn die ik dacht dat ik moest zijn. Ik hoef het niet meer allemaal te kunnen van mijzelf: zijn zoals de rest, waarbij ik steeds mijn grenzen over ga om dat te kunnen realiseren. Dat is een opluchting.

De gebruikte naam is om privacy redenen gefingeerd.